(Het klimaat op aarde wordt voor een groot deel bepaalt door de dampkring atmosfeer). De dampkring is een mengsel van verschillende gassen. Die gassen laten een deel van de zonnestraling door naar de aarde, de rest wordt weerkaatst. Een deel van de zonnestraling wordt omgezet in warmte, de aarde straalt deze warmte ook weer uit. Door sommige gassen wordt de warmte-uitstraling voor een deel tegengehouden. Hierdoor wordt het warmer op aarde. De werking van deze gassen kan je vergelijken met een broeikas. De werking van gassen die de warmte-uitstraling tegenhoud, wordt daarom het broeikaseffect genoemd. De gassen die het broeikaseffect veroorzaken heten broeikasgassen. Waterdamp en koolstofdioxide zijn de belangrijkste broeikasgassen als die er niet zijn is het veel te koud en is er geen leven op aarde.

Het wordt steeds warmer op aarde dat komt omdat de mens steeds meer broeikasgassen afgeeft. Een klimaatverandering ontstaat wanneer het weertype gedurende een periode van meerdere jaren verandert. Doordat het warmer wordt worden ook de zeeën en oceanen warmer. Als water warm wordt zet het uit, de zeespiegel stijgt dan. Dit kan zorgen voor overstromingen. Maar bij sommige gebieden kan het leiden tot droogte.

De gevolgen van de klimaatverandering zijn in de natuur goed te merken. Er komen nu veel meer planten- en diersoorten voor in Nederland die er eerst niet waren. Er zijn ook soorten die minder voorkomen of zijn verdwenen. De groei van bladeren van de bomen zijn ook veranderd.

Door de opwarming van de aarde neemt het aantal warme dagen toe. Door hittegolven sterven mensen of krijgen ze een ziekte genaamd Lyme. Die wordt veroorzaakt door teken.